Persbericht op de website van LTO Noord Vechtdal over het convenant van Boer&Toekomst Vechtdal:

23 JULI 2019 Vijf bedrijven uit de agrarische periferie gaan zich inzetten tegen stil leed bij boeren in het Vechtdal. Dat is hard nodig, want zelf kloppen de agrariërs amper aan de bel als zij om wat voor reden dan ook in de problemen komen. Bij stichting Boer&Toekomst Vechtdal meldde zich in twee jaar pas één boer.

Convenant moet stil leed onder boeren in regio Vechtdal signaleren en bespreekbaar maken.
‘De ene keer geet ‘t gladjes, de ander keer geet ‘t stroef. Hier en doar dan zie-j nog weles een olderwetsen boer. Hie kan zich nauwlijks redden, moar toch hult hi-j zich stoer.’ Zinnen uit het nummer ‘De boer is troef’ van dialectrockband Normaal uit 1983. Een betere omschrijving van boerenleed is er niet, vindt vertegenwoordiger Hans Wijlens van Fakkert Diervoeders uit Heino.

Wijlens gebruikte de tekst, die Bennie Jolink bijna veertig jaar geleden al schreef, in zijn toespraak bij de ondertekening van een convenant dat stil leed onder boeren in het Vechtdal moet helpen signaleren. Want soms gaat het inderdaad stroef. En de boer houdt zich daarbij stoer, loopt niet graag te koop met problemen die er vaak wel zijn. Niet alleen in de crisistijd begin jaren tachtig, ook anno 2019.

Platform 
‘Boeren hangen de vuile was niet graag buiten’, weet ook Bert Ruitenberg. Hij is melkveehouder in Dalfsen en lokale LTO-bestuurder. Daarnaast is hij voorzitter van stichting Boer&Toekomst Vechtdal, een platform dat in 2017 is opgericht nadat er al langere tijd signalen waren van financiële en psychische problemen bij boeren in gemeenten Hardenberg, Ommen en Dalfsen.

‘Het stille leed op de boerderij heeft de laatste jaren een enorme vlucht genomen. Er is een toename van wet- en regelgeving, de marges zijn kleiner geworden en daar komt nog de groeiende druk van de publieke opinie bij kijken. Die combinatie van factoren maakt het voor veel boeren lastig’, legt Ruitenberg de noodzaak van de stichting uit.

In de tijd dat Boer&Toekomst Vechtdal bestaat, heeft slechts één boer zich zelf gemeld. Ruitenberg denkt dat met name de oudere generatie boeren, de 50-plussers, niet gauw aan de bel trekt als er problemen zijn. ‘Die zoeken niet zo makkelijk hulp. Gelukkig zie je onder aanvoering van de jongere generaties wel dat daarin verandering aan het komen is.’

Wijlens herkent de problematiek goed vanuit zijn dagelijkse werk. Hij en zijn collega’s komen bij veel boeren over de vloer. Voor een deel van hen is Wijlens meer dan alleen een verkoper van voer voor de dieren, merkt hij. ‘Als je ergens vaak komt, word je in veel gevallen een vertrouwenspersoon voor boeren. Soms zelfs meer dan hun eigen familie dat is.’

Met het convenant willen de ondertekenaars dat het vanzelfsprekend wordt om problemen te bespreken. ‘Je hoeft je niet altijd stoer te houden. Ik denk niet dat boeren zich per se stoerder houden dan andere mensen, maar ze zijn wel trots. Vaak zit een boerenbedrijf al generaties lang in een familie. Als jij dan degene bent die om wat voor reden dan ook in de problemen komt, kan dat als falen voelen.’

Vijf bedrijven, waaronder dus de werkgever van Wijlens, zijn de eerste erfbetreders die met het convenant uitdragen dat zij alert zijn op stil leed en dit ook bespreekbaar maken. ‘Erfbetreders zijn de belangrijkste bronnen om signalen van leed te ontvangen. Wij sturen ze vervolgens door naar de juiste zorgverleners’, vertelt Ruitenberg.

Als voorbeelden van signalen die reden tot zorg kunnen zijn, noemt de stichting een onverzorgd erf, dieren die verwaarloosd worden, boeren die hun erf niet meer afkomen, afspraken die niet worden nagekomen en vage gezondheidsklachten. Wijlens: ‘Toen we hiermee begonnen, hadden we meteen al wel een paar namen in ons hoofd die aan de criteria voldeden.’

Erfbetredersavond 
Wethouders Ko Scheele van Ommen, Gitta Luiten van Hardenberg en Jan Uitslag van Dalfsen waren bij de ondertekening aanwezig. Het onderstreept de steun die het platform ook vanuit de lokale politiek krijgt. Ruitenberg is blij met de manier waarop de erfbetreders zelf met het initiatief kwamen voor het convenant.

‘We organiseren jaarlijks een erfbetredersavond waar we in gesprek gaan met mensen en bedrijven die bij boeren over de vloer komen. Aan de hand van een paar stellingen die we daar bespraken, kwam naar voren dat de erfbetreders graag iets officieels wilden. Dat leidde tot dit convenant.’

Ruitenberg hoopt dat het convenant en het bijbehorende certificaat en embleem snel bekendheid krijgen in het Vechtdal. De vijf eerste ondertekenaars, waaronder een uitzendbureau en partijen in de genetica en mechanisering, moeten als vliegwiel fungeren.

‘Deze vijf vormen samen een heel mooi startpunt. We willen dit uitbreiden over het hele Vechtdal. Ik hoop ook dat bedrijven zich zelf gaan melden’, zegt Ruitenberg. ‘Hoe groot het platform kan worden, weet ik niet. Voor ons als platform is dat een van de volgende stappen waar we ons op gaan beraden.’

Wijlens ziet het convenant als een duidelijk signaal richting erfbetreders. ‘We moeten dit zoveel mogelijk uitstralen. Twee zien meer dan een. We hebben allemaal een groot werkgebied in de regio. Hoe dichterbij de hulp voelt, hoe makkelijker men hierop aanspraak maakt.’

Bron: Nieuwe Oogst 

Categorieën: ConvenantNieuws

0 reacties

Geef een reactie

Avatar plaatshouder

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.